Simulatieonderwijs biedt realistische en veilige leeromgeving

Anne bereidt studenten nog beter voor op praktijk

Sinds een jaar werken studenten van de zorgopleidingen in Doetinchem en Groenlo met Anne, een simulatiepop. Studenten Verpleging, Verzorging en Maatschappelijke zorg kunnen op aanvraag praktische casussen met haar oefenen.  

“Met simulatieonderwijs willen we studenten nog beter voorbereiden op hun toekomstige werk in de praktijk. Door gebruik te maken van een ‘levensechte’ en pratende simulatiepop kunnen we een realistische leeromgeving creëren, waarin studenten individueel of in kleine groepen veilig kunnen oefenen met allerlei casussen”, beginnen Ariane van Dongen en Tjitske Wisselink. Ze zijn beiden instructeur bij de zorgopleidingen van het Graafschap College en hebben zich het afgelopen jaar ontwikkeld tot specialisten op het gebied van simulatieonderwijs. 

Programmeren

Anne ligt in een ‘ziekenhuiskamer’ in het Skillscentrum van de zorgopleidingen. Naast haar bed staat een monitor waarop studenten diverse waarden kunnen aflezen, zoals hartslag, bloeddruk en zuurstofgehalte in het bloed. Afhankelijk van de casus wordt haar uiterlijk aangepast. De ene keer ligt er een vrouw op leeftijd in bed, de andere keer juist een jonge patiënt. “Voorafgaand aan de les bereiden we een casus voor en programmeren we Anne volgens dit scenario. Studenten kunnen zelf aangeven welke praktijksituatie zij willen oefenen”, leggen Ariane en Tjitske uit.  

Putten uit praktijkervaringen

Naast de ‘ziekenhuiskamer’ is een ruimte waarin de instructeurs plaatsnemen. Zij kruipen in de huid van Anne en reageren direct op dat wat er zich in de kamer afspeelt.  Doordat Ariane en Tjitske naast hun baan op het Graafschap College ook werkzaam zijn in de zorg kunnen zij bij het voorbereiden van een casus putten uit praktijkervaringen. Ariane: “Ik werk als verpleegkundige op de ambulance. Daar krijg ik te maken met uiteenlopende situaties en veel verschillende patiënten. Die ervaringen zijn heel waardevol voor het simulatieonderwijs.” Tjitske werkt als wijkverpleegkundige en heeft ook als verpleegkundige in het ziekenhuis gewerkt. Ook voor haar geldt dat ze veel praktijkervaring heeft die van pas komt. 

Realistisch

“De simulatie duurt meestal zo’n 20 minuten. De casussen waarmee de studenten oefenen lopen uiteen. Van het vervangen van incontinentiemateriaal, het toedienen van medicatie of sondevoeding tot de overdracht met een arts of het verschonen van het bed”, legt Tjitske uit. Doordat Anne kan ‘praten en reageren’ krijgt het oefenen een andere dimensie. Ariane: “We vinden het contact tussen student en patiënt heel belangrijk. Hoe benader je een patiënt die schaamte voelt bij het verschonen van incontinentiemateriaal? Hoe zorg je ervoor dat je, bijvoorbeeld tijdens de overdracht met de arts, niet ‘over de patiënt heen praat’? Studenten kunnen dat op een realistische manier oefenen.” Met behulp van Anne is het ook ‘makkelijker’ voor studenten om klinisch te redeneren. “Studenten kunnen doorvragen en zo nadenken over de oorzaak van klachten”, vult Tjitske aan. Na de simulatie, die wordt opgenomen, vindt een evaluatie plaats. Ariane: “Studenten reflecteren op hun eigen handelen. Wat ging er goed, wat kan beter? Dat zijn belangrijke leermomenten.” 

Structureel inzetten

Het afgelopen jaar is vooral gebruikt om de mogelijkheden van Anne te verkennen en te oefenen met simulatieonderwijs in de praktijk. Leon van der Veen is docent en onderzoeker bij de zorgopleidingen. “We onderzoeken of simulatieonderwijs bijdraagt aan leren in de praktijk. Dat doen we door tijdens praktijkonderzoek te observeren wat het effect is van (on)bedachte leerinterventies (eenmalige training of opleiding, red.) en hoe studenten handelen tijdens een simulatie”, aldus Leon. Hij ziet veel voordelen. “De inzet van Anne biedt een unieke praktijkervaring. Studenten kunnen samen leren in een veilige en hybride leeromgeving. Studenten kunnen verschillende vaardigheden gelijktijdig oefenen. Ook krijgen ze een ‘beeld’ bij de theorie die ze leren. Dat gebeurt normaal gesproken vooral tijdens stages. Nu kunnen we op school een realistische praktijksituatie nabootsen, waardoor ze bijvoorbeeld al beter voorbereid op stage gaan.” Ook het feit dat studenten beter kunnen reflecteren op hun handelen, ziet Leon als een belangrijk voordeel. “Studenten hebben niet altijd een realistisch beeld van zichzelf. Door achteraf de video-opname terug te kijken, leren ze veel over de dingen die beter kunnen, maar ook juist al heel goed gaan. Tijdens de simulatie kunnen studenten een ‘time-out’ vragen als ze het even niet meer weten. Je kunt ze dan heel gericht verder helpen. En als studenten een fout maken, heeft dat geen consequenties voor de patiënt. Dat is natuurlijk ook een belangrijk pluspunt”, aldus Leon.  

Gek, spannend en leerzaam

De studenten die met Anne hebben gewerkt, zijn heel enthousiast. “We merken dat ze in eerste instantie even moeten wennen en het een beetje gek vinden om tegen een pop te praten. Toch komen ze snel in hun professionele rol”, vertelt Tjitske. Ariane: “Wat we vooral terugkrijgen, is dat oefenen met Anne heel dicht bij de werkelijkheid komt. Het inspelen op onvoorziene situaties en de reactie van Anne maakt het realistisch en spannend. Het belangrijkste is dat studenten aangeven het heel leerzaam te vinden en dat is natuurlijk waar we het voor doen.”  

Beroepskrachten trainen

Simulatieonderwijs binnen de zorgopleidingen gebeurt bij meer mbo-instellingen. In de regio is het Graafschap College een voorloper. Het sluit aan op de visie die het Graafschap College heeft op onderwijs, namelijk HIP onderwijs (Hybride, Innovatief en gePersonaliseerd) bieden aan studenten. Het plan is om het simulatieonderwijs met Anne de komende tijd uit te breiden naar andere opleidingen, zoals Sport en bewegen. Ook ziet het Graafschap College mogelijkheden om in de nabije toekomst beroepskrachten in de zorg te trainen met behulp van Anne.