Samenwerkingen

Samen basisvaardigheden in de Achterhoek versterken

De acht Achterhoekse gemeenten, het Graafschap College en de bibliotheken in de Achterhoek zetten de komende jaren gezamenlijk in op het versterken van de basisvaardigheden van inwoners van de Achterhoek. Woensdag 11 december werd de samenwerking in de Raadszaal van de gemeente Doetinchem officieel bekrachtigd. Het streven is om jaarlijks in ieder geval zeshonderd inwoners te begeleiden. 

Onder ‘basisvaardigheden’ verstaan we het geheel van taal-, reken- en digitale vaardigheden. Sinds 2016 werken het Graafschap College en de bibliotheken al samen in de aanpak van laaggeletterdheid en daarmee de ontwikkeling van de basisvaardigheden van inwoners. Zo worden klassikale lessen met een docent (ook wel ‘formeel leren’ genoemd) ingezet en verzorgen opgeleide vrijwilligers cursussen (het zogenaamde ‘non-formele leren’). Ook dragen activiteiten waarbij taal vooral een middel is om te kunnen meedoen (informeel leren), bij aan de aanpak. De gemeenten vervulden tot nu toe de rol van opdrachtgever. Met de ondertekening van de samenwerkingsovereenkomst verandert dit.

Gezamenlijk impact maken

“Gemeenten, bibliotheken en het onderwijs werken voortaan vanuit gelijkwaardigheid samen aan de opdracht om de basisvaardigheden te verhogen”, aldus wethouder Jorik Huizinga die namens de Achterhoekse gemeenten Aalten, Berkelland, Bronckhorst, Doetinchem, Montferland, Oost Gelre, Oude IJsselstreek en Winterswijk zijn handtekening onder de nieuwe afspraken zette. “Door nu meer als een netwerk samen te werken, kunnen we de krachten van alle betrokken partijen bundelen en vanuit gelijkwaardigheid gezamenlijk impact maken op dit belangrijke maatschappelijke thema”, vult Michiel Gerlagh, lid van het college van bestuur van het Graafschap College, aan.  Martien Louwers ondertekende de overeenkomst namens de bibliotheken: “Door de afspraken die we hebben gemaakt, kunnen we meer mensen gaan bereiken en meer maatwerk leveren voor inwoners met een taalvraag.”  

Inwoners met Nederlands als moedertaal

De samenwerking richt zich vooral op inwoners met Nederlands als eerste taal (moedertaal, NT1) die moeite hebben met de basisvaardigheden. De samenwerking moet eraan bijdragen deze inwoners beter te bereiken, zodat meer mensen geholpen worden hun basisvaardigheden te verbeteren. Dat helpt hen mee te kunnen doen in de samenleving. Ook is het streven om de doorstroom van non-formeel naar formeel onderwijs te bevorderen, evenals de doorstroom van formeel aanbod naar beroepsonderwijs. Dit draagt bij aan de positie van deelnemers op de arbeidsmarkt. In de specifieke expertises en mogelijkheden van de bibliotheken, het Graafschap College en de gemeenten zien de samenwerkingspartners een belangrijke meerwaarde. Zo hebben de gemeenten beter zicht op inwoners die voor een traject in aanmerking komen. Het Graafschap College en de bibliotheken beschikken juist over het opleidingsaanbod en de expertise om deelnemers te begeleiden.  

Meer maatwerk

Concreet zetten de samenwerkingspartners de komende jaren in op meer duurzame samenwerking met maatschappelijke organisaties en bedrijven, om zo inwoners met (te) beperkte basisvaardigheden te bereiken en hen te motiveren een traject te volgen. Het plan is ook om beter aan te sluiten op de leerwensen van de NT1-doelgroep en om hiervoor maatwerk te ontwikkelen.  

Looptijd vier jaar

De ondertekende samenwerkingsovereenkomst heet officieel ‘Publiek-Publieke Samenwerkingsovereenkomst’ (PPS). Deze gaat in op 1 januari 2025 en heeft een looptijd van vier jaar, tot en met 31 december 2028. De samenwerking wordt gefinancierd vanuit de middelen die gemeenten elk jaar krijgen vanuit de Wet Educatie en Beroepsonderwijs (WEB). Gemeenten kunnen met dit budget cursussen taal, rekenen en digitale vaardigheden aanbieden aan volwassenen. 

Fotograaf: Carlo Stevering