Landelijke aandacht voor wijkleercentra Zorgpact Achterhoek

Netwerkleren ‘pur sang’ met uniek regionaal maatwerk

Leren mbo-studenten wel de juiste dingen in hun opleiding om direct als hulpverlener aan de slag te kunnen? En hoe leiden we jongeren op voor de banen van morgen? Op 12 februari 2018 spraken minister-president Mark Rutte en Onderwijs-minister Van Engelshoven met studenten, docenten, werkgevers en schoolbestuurders over de aansluiting van het mbo op de arbeidsmarkt. Vanuit het ‘verre oosten’ sloot ook docente Cisca van der Span van de wijkleercentra aan bij deze speciale bijeenkomst in het Catshuis in Den Haag. Vragen die aan bod kwamen waren verdeeld over drie thema’s: Moeten we studenten breed of juist specifiek beroepsgericht opleiden? Hoe geven we het leren in de praktijk zodanig vorm dat het goed aansluit bij de praktijk? En hoe geven we de ruimte voor regionaal maatwerk? “Met name over die laatste onderdelen konden we vanuit onze ervaring met de wijkleercentra natuurlijk wel een en ander vertellen,” aldus Cisca van der Span. “Want wat we hier samen met diverse zorginstellingen, waaronder Livio en Elver, in onze wijkleercentra aan hybride onderwijs ontwikkelen, mag je rustig uniek voor Nederland noemen.”

‘Andersom’ beginnen

Gerjan Wansink, hoofd van de Livio Academie, was ook in Den Haag. Al eerder was hij een van de sprekers bij de Dialoogbijeenkomst SER en Zorgpact: “We spraken onder meer over het thema ‘Hoe lerend werkt de zorg? Het unieke van de wijkleercentra zoals wij die in onze regio aan het ontwikkelen zijn, zit hem in het feit dat we ‘andersom’ zijn begonnen. Niet vanuit een beleidsplan, maar vanuit praktische ideeën vanuit het werkveld en onderwijs. Uitgangspunt is daarbij dat vanuit ons als zorginstelling de cliënt centraal staat en vanuit het onderwijs de student. Door uit te gaan van de individuele zorgvraag van de cliënt en de leervraag van de student zorg je ervoor dat je deze twee mensen dichter bij elkaar brengt.”

Zoeken naar ruimte in regelgeving

“Binnen het Zorgpact Achterhoek willen we de handen ineen slaan om personele veranderingen als gevolg van de ontwikkelingen in de zorg op te vangen en er tegelijkertijd voor zorgen dat mensen met zorgbehoefte goed geholpen worden,” aldus Cisca van der Span. “We voelen een gezamenlijke verantwoordelijkheid en zien mogelijkheden om samen oplossingen te vinden en nieuwe kansen te creëren. Daarvoor zoeken we naar ruimte in de wet- en regelgeving. Waar zitten de belemmeringen die ontwikkelingen tegenhouden en hoe kunnen we die via de kortste weg wegnemen?”

Logo-loos werken, ook in Den Haag

“Doordat we als onderwijs en werkveld elkaar ‘dagelijks’ tegenkomen in de wijkleercentra, weten we steeds vaker deze kortste weg te vinden, “geeft Cisca van der Span aan. “Het zorgt voor een ‘vliegwiel-effect’ als het om vernieuwingen gaat. Soms moet je namelijk ‘gewoon beginnen’ met een idee. In de praktijk zie je dan snel genoeg  of het goed werkt. Bijstellen en aanpassen is geen probleem omdat je snel kunt schakelen met elkaar.” Gerjan Wansink lacht: “En het werkt, die olifant-paadjes. Het begrip ‘logo-loos’ werken dat in onze regio ontstaan is, heeft inmiddels ook zijn weg naar Den Haag gevonden.”

Netwerkleren ‘pur sang’

De wijkleercentra zijn een voorbeeld van netwerkleren ‘pur sang’, vinden Gerjan Wansink en Cisca van der Span: “Het zijn broedplaatsen voor nieuwe ideeën en verbindingsplekken waar studenten, docenten en medewerkers van de zorginstelling elkaar ontmoeten en inspireren. Van én met elkaar leren zorgt voor een nieuwe dynamiek.” Ook voor zittend personeel is het namelijk van belang om mee te gaan in de ‘nieuwe’ zorg waarbij de cliënt nu de regie heeft. “Dat vraagt om permanente ontwikkeling, omdat het telkens andere skills vraagt van de zorgprofessional,” stelt Gerjan Wansink “Daarbij willen we aansluiten bij de intrinsieke motivatie van onze zorgprofessionals.”

Docent wordt hybride opleider

Cisca van der Span en haar collega’s bereiden ook hun studenten voor op ‘een leven lang leren’: “Je moet mee kunnen bewegen in de ontwikkelingen in je vakgebied, in de maatschappij en in jezelf. Noem het ‘wendbaar vakmanschap’. Als docent word je steeds meer hybride opleider, waarbij ik me goed kan voorstellen dat je én in de zorg werkt én studenten opleidt.” Het schot tussen ‘leren en werken’ wordt in de komende jaren steeds meer weggenomen, zo verwacht ook Gerjan Wansink: “Dat vraagt van ons als aanbieder van (interne) scholing ook een toevoeging, namelijk dat we kennis niet meer voor een grote groep inkopen, maar op afroep individueel beschikbaar maken voor onze medewerkers. Een wijkleercentrum is daar een prachtige plek voor.”

Wijkleercentra lopen voorop

De toekomst gaat richting ‘Learning Communities’, zo verwachten Gerjan Wansink en Cisca van der Span: “In zo’n leeromgeving zijn meer doelgroepen betrokken bij het leren van en met elkaar. Daarbij is het nog wel een uitdaging om uit te zoeken of de hybride leerroute voor elke lerende de enige juiste is. Ook het frontaal leren in een ‘veilige schoolomgeving’ kan voor sommige studenten namelijk goed werken. Daarnaast is het organiseerbaar houden van het onderwijs van belang, waarbij anders werken ook andere (administratieve) systemen vraagt.”

Wat vast staat is dat individuele studenten of medewerkers steeds meer hun eigen leerroute zullen gaan bepalen: “Wat dat betreft is er een duidelijke beweging die ook vanuit de overheid wordt gestimuleerd. Dat was ook een van de conclusies bij het Catshuis-overleg. Een gedifferentieerde aanpak met ruimte voor individueel maatwerk is nodig voor een goede aansluiting van mbo op de arbeidsmarkt. Daarnaast meer binding tussen bedrijfsleven en onderwijs, voor een up-to-date en innovatief opleidingsaanbod, ook voor na- en bijscholing. Kijk, dat zijn toch twee zaken waar we in met de wijkleercentra in onze regio aardig mee voorop lopen.”