De deelnemers bereiden de bijeenkomsten zelfstandig voor, in de les wordt verdieping aangebracht aan de hand van bijvoorbeeld ingebrachte praktijkvoorbeelden, reflectie en oefeningen.
In de dagelijkse praktijk dienen opdrachten uitgevoerd te worden die verbonden zijn aan de leerstof. Na afsluiting daarvan kan de examenfase starten. Aan de orde komen de volgende onderwerpen:
A. Ontwikkeling kennis, inzicht en vaardig worden met betrekking tot:
• Pré- en perinatale ontwikkeling
• Breinontwikkeling
• Sensomotorische ontwikkeling
• Ontwikkelingspsychologie (mijlpalen)
• Observeren, signaleren
• Bewust van eigen invloed op het kind
B. Eigen maken zes interactievaardigheden:
• Baby respectvol verzorgen en corrigeren conform leeftijd
• Omgaan met verschillende temperamenten van de baby
• Contactinitiatieven herkennen en adequaat op inspelen
• Interacties tussen baby’s onderling begeleiden, omgaan met irritaties tussen kinderen
C. Spel en ontwikkeling: kennis, inzicht en vaardig worden met betrekking tot:
• Ontwikkelingsgericht spel (bijvoorbeeld gericht op de sensomotorische ontwikkeling)
• Keuze materiaal en activiteiten
• Zorgen voor een voorspelbare structuur
• Speelleeromgeving creëren
D. Verzorging: kennis, inzicht en vaardig worden met betrekking tot:
• Voeding 0-tot-2-jarigen
• Inspelen op slaap-waakritme
• Tiltechnieken
E. Communicatie; inzicht in:
• Babygebaren herkennen
• Eigen stijl herkennen
• Vragen ouders met betrekking tot ontwikkeling beantwoorden