Over het mbo
Mbo is een afkorting voor middelbaar beroepsonderwijs. Met alles wat je leert, bereid je je goed voor op je toekomstige beroep of een vervolgstudie. Maar wat zijn nu eigenlijk de verschillen tussen de leerwegen en niveaus binnen het mbo?
Bol versus bbl: twee leerwegen
In het mbo zijn er twee leerwegen: de beroepsopleidende leerweg (bol) en de beroepsbegeleidende leerweg (bbl). Sommige opleidingen kun je in de bol en de bbl volgen, andere opleidingen worden maar in één van de twee varianten aangeboden. Voor welke leerweg je ook kiest, aan het einde van je opleiding krijg je hetzelfde diploma.
Beroepsopleidende leerweg (bol)
In de bol volg je vooral lessen op school (60%) en loop je daarnaast stage (40%). Zo krijg je een goede mix van theorie en praktijkervaringen. Wat je moet weten over de bol:
- Je hebt recht op studiefinanciering vanaf je 18e
- Je hebt regelmatige schoolvakanties
- Soms krijg je een stagevergoeding
Beroepsbegeleidende leerweg (bbl)
In de bbl werk je bij een erkend leerbedrijf (80%) en ga je daarnaast naar school voor theorielessen (20%). Ideaal als je liever werkt terwijl je leert. Wat je moet weten over de bbl:
- Je mag een bbl-opleiding volgen vanaf je 16e
- Je regelt je eigen leerwerkplek bij een werkgever
- Je verdient loon of een soort stagevergoeding
- Je werkgever betaalt vaak (een deel van) je studiekosten
- Je hebt geen recht op studiefinanciering
- Vakanties heb je in overleg met je werkgever
Niveaus in het mbo
Het ene beroep vraagt om meer vakkennis en vaardigheden dan het andere. Daarom bestaat het mbo uit vier niveaus:
- Niveau 1 (Entree): voor beroepen met eenvoudige taken onder begeleiding
- Niveau 2 (Basisberoepsopleiding): uitvoeren van werkzaamheden onder begeleiding
- Niveau 3 (Vakopleiding): voor beroepen waarvoor je zelfstandig moet werken
- Niveau 4 (Middenkader- of Specialistenopleiding): beroepen waarbij je volledig zelfstandig werkt. Een middenkaderopleiding bereidt je voor op een breed vakgebied, terwijl de specialistenopleiding dieper ingaat op een specifiek vakgebied
Op welk niveau je een opleiding kunt volgen, hangt onder andere af van je vooropleiding. Bekijk ook onze algemene toelatingseisen.
Hoe ziet een mbo-opleiding eruit?
Een mbo-opleiding bestaat uit verschillende onderdelen.
Basisdeel
Elke opleiding heeft een basisdeel waarin je algemene vakken zoals Nederlands en rekenen krijgt. Ook volg je vakken waarmee je kennis en vaardigheden leert die je nodig hebt als je straks gaat werken.
Profieldeel
In het profieldeel duik je meer de diepte in. Je leert specifieke taken en processen die belangrijk zijn voor je uiteindelijke beroep. De naam van je opleiding komt uiteindelijk op je diploma.
Keuzedelen
Bij je opleiding kun je kiezen uit verschillende keuzedelen. Zo kun je je opleiding aanpassen aan je interesses of aan eisen van de arbeidsmarkt. Tijdens je opleiding kom je te weten welke verplichte keuzedelen er zijn, en welke je vrij kunt kiezen.
Beroepspraktijkvorming
Je volgt tijdens elke opleiding beroepspraktijkvorming (bpv). Bij de bol-opleidingen noemen we dat ook wel stage. We zoeken dan samen naar een goede stageplek. Volg je een opleiding in de bbl? Dan zorg je zelf voor een werkplek bij een erkend leerbedrijf. Natuurlijk helpen we je als dat niet lukt.
Na het mbo
Je hebt je mbo-diploma binnen! En nu? Na het mbo kun je gaan werken of je kunt een mbo-opleiding op hoger niveau volgen. Je kunt ook doorstromen naar een Associate degree-opleiding of een hbo-opleiding.